Minister voor APP verstrekt zeven gemeenten vangnetuitkering over 2021

De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen kent een vangnetuitkering Participatiewet toe aan zeven gemeenten voor een totaalbedrag van 1,2 miljoen euro. Deze gemeenten hadden in 2021 een tekort op het bijstandsbudget (waarmee zij bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies bekostigen) en voldeden aan de voorwaarden voor een vangnetuitkering.

Gemeenten ontvangen jaarlijks een budget voor uitkeringen en loonkostensubsidies op grond van de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ en in het kader van het Bbz 2004. Over het jaar 2021 konden tien gemeenten aanspraak maken op een vangnetuitkering. Deze gemeenten hadden een tekort op de gebundelde uitkering dat groter was dan 7,5% procent, waarbij ook wordt gekeken naar het financiële resultaat van de twee jaren ervoor.

De Toetsingscommissie vangnet Participatiewet ontving acht verzoeken. Zeven hiervan zijn uiteindelijk positief beoordeeld door de toetsingscommissie. Deze zeven gemeenten staan genoemd in de bijlage.

Drie gemeenten hebben geen gebruik gemaakt van de vangnetuitkering, hoewel zij wel een tekort hadden boven de eigen risicodrempel. 
De minister heeft overeenkomstig de adviezen besloten. Dat betekent dat de zeven gemeenten met een positief advies een vangnetuitkering krijgen en de gemeente met een negatief advies er geen krijgt. De gemeenten met een toegekende vangnetuitkering hebben een beschikking ontvangen waarin de berekening staat van de hoogte van de vangnetuitkering. Uitbetaling volgt in het eerste kwartaal van 2023. De vangnetuitkering gaat uit van onderlinge solidariteit tussen gemeenten: het totale bedrag wordt betaald uit het voor 2023 beschikbare macrobudget voor de gebundelde uitkering. De gemeente met een negatief advies heeft een negatieve beschikking ontvangen. 

Het aantal verzoeken ligt even hoog als over 2020, maar relatief laag ten opzichte van eerdere VU-jaren. Over 2020 ontvingen ontving de commissie ook acht verzoeken, maar het bedrag aan uitbetaalde vangnetuitkeringen lag wel hoger dan over 2021. De vergelijking van de VU 2021 ten opzichte van eerdere VU-jaren is opgenomen in onderstaande tabel. 

Tabel 1. Aantal verzoeken en toegekende totaalbedragen aan vangnetuitkering over 2018 tot en met 2021
VU 2017 VU 2018 VU 2019 VU 2020 VU 2021
Aantal verzoeken 208 73 34 8 8
Totaalbedrag aan toegekende vangnetuitkering (in miljoenen euro’s) 108,0 45,0 13,8 2,4 1,2

Een verklaring voor het relatief lage aantal verzoeken is de hogere eigenrisicodrempel (7,5% vanaf VU 2019 i.p.v. 5% tot en met VU 2018). De verklaring ligt ook in een relatief hoog overschot op het macrobudget over 2021. Dat lag over 2021 op 3,8%. Ook over 2020 was er een hoog overschot (4,6%). Over 2019 en over 2018 waren er relatief lage overschotten, respectievelijk op 0,8% en 0,4%. Over 2017 was er sprake van een tekort op het macrobudget (-5,8%).